Nokia 6260 - Toegangspunten

background image

Toegangspunten

Hier volgt een korte beschrijving van de diverse instellingen die u kunt opgeven
voor dataverbindingen en toegangspunten. Als u uw telefoon nog niet hebt

background image

145

Copyright

© 2004 Nokia. All rights reserved.

gebruikt om een WAP-verbinding te maken, moet u voor assistentie contact
opnemen met uw serviceprovider als u voor het eerst een verbinding maakt.

Bij veel serviceproviders moet u een Internet-toegangspunt gebruiken als
standaardtoegangspunt. Bij andere netwerkoperatoren kunt u een WAP-
toegangspunt gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie.

Begin bovenaan bij het invullen van de instellingen, want het hangt af van de
dataverbinding die u selecteert (

Drager gegevens

) welke instellingsvelden

beschikbaar zijn.

Naam verbinding

- Dit is een beschrijvende naam voor de verbinding.

Drager gegevens

- U kunt kiezen voor

GPRS

of

Gegevensoproep

. Afhankelijk

van de geselecteerde dataverbinding zijn alleen bepaalde velden beschikbaar.
Vul alle velden in die zijn voorzien van een sterretje of de aanduiding

Te

definiëren

. De overige velden hoeft u alleen in te vullen als uw provider dat

aangeeft.

Als u een dataverbinding wilt gebruiken, moet de netwerkoperator of de
serviceprovider deze functie ondersteunen en deze zo nodig activeren op uw SIM-
kaart.

Naam toegangspunt

(alleen voor GPRS) - Deze naam is nodig om verbinding

met het GPRS-netwerk te kunnen maken. De naam van het toegangspunt
wordt u verstrekt door de netwerkoperator of serviceprovider.

Inbelnummer

(alleen voor data-oproepen) - Dit is het telefoonnummer van de

modem van het toegangspunt.

background image

146

Copyright

© 2004 Nokia. All rights reserved.

Gebruikersnaam

- Bij sommige serviceproviders moet u een gebruikersnaam

opgeven. Deze naam kan nodig zijn bij het maken van een dataverbinding en
wordt doorgaans door de serviceprovider verstrekt. De gebruikersnaam is vaak
hoofdlettergevoelig.

Vraag om wachtw.

- Als u bij aanmelding op de server telkens een nieuw

wachtwoord moet typen of als u het wachtwoord niet op de telefoon wilt
opslaan, kiest u

Ja

.

Wachtwoord

- Een wachtwoord kan nodig zijn bij het maken van een

dataverbinding en wordt doorgaans door de serviceprovider verstrekt.
Wachtwoorden zijn vaak hoofdlettergevoelig. Terwijl u het wachtwoord typt,
worden de tekens kort leesbaar en vervolgens als sterretjes (*) weergegeven. De
eenvoudigste manier om cijfers in te voeren is om het gewenste cijfer in te
drukken en ingedrukt te houden. Vervolgens kunt u doorgaan met het invoeren
van letters.

Verificatie

-

Normaal

/

Beveiligd

.

Homepage

- Afhankelijk van de configuratie typt u hier:

• het adres van de dienst of

• het adres van de multimediaberichtendienst.

Data-oproep

(alleen voor dataoproepen) -

Analoog

,

ISDN v.110

of

ISDN v.120

geeft aan of er een analoge of digitale telefoonverbinding wordt gebruikt.
Welke instelling u hier opgeeft, hangt af van uw GSM-netwerkoperator en
Internet-provider (ISP); sommige GSM-netwerken ondersteunen alleen
bepaalde typen ISDN-verbindingen. Raadpleeg uw Internet-provider voor meer

background image

147

Copyright

© 2004 Nokia. All rights reserved.

informatie. Via ISDN kunt u sneller verbindingen tot stand brengen dan via
analoge lijnen.

Max. snelheid gegev.

(alleen voor dataoproepen) - De opties zijn:

Automatisch

,

9600, 14400, 19200, 28800, 38400 of 43200, afhankelijk van de gekozen optie
bij

Data-oproep

. Met deze optie kunt u de maximale verbindingssnelheid voor

GSM-data beperken. Bij hogere gegevenssnelheden kunnen andere tarieven
gelden, afhankelijk van de Internet-provider.

De genoemde verbindingssnelheden zijn de maximaal haalbare snelheden. De
werkelijke verbindingssnelheid kan lager liggen, afhankelijk van omstandigheden
op het netwerk.

Opties

Geavanceerde instellingen

Netwerktype

- De versie van het Internet-protocol (IP) van het netwerk.

IP-adres telefoon

- Het IP-adres van uw telefoon.

Naamservers

- Het IP-adres van de primaire en secundaire DNS-servers.

Proxy-serveradres

- Het IP-adres van de proxyserver.

Proxy-poortnummer

- Het poortnummer van de proxyserver.

Als u deze instellingen wilt invoeren, moet u contact opnemen met de Internet-
provider.

De volgende instellingen worden weergegeven als u Data-oproep hebt ingesteld
als verbindingstype:

Terugbellen gebruik.

- Deze optie zorgt ervoor dat de server u terugbelt na de

eerste oproep. Neem contact op met uw serviceprovider als u zich op deze
dienst wilt abonneren.

background image

148

Copyright

© 2004 Nokia. All rights reserved.

Voor de terugbeloproep moeten dezelfde instellingen worden gebruikt als voor
het terugbelverzoek. Het netwerk moet dit type oproep in beide richtingen
ondersteunen, zowel naar als van de telefoon.

Terugbellen

- De beschikbare opties zijn:

Gebruik servernr.

/

Gebruik ander nr.

Informeer bij uw serviceprovider naar de instellingen die u moet gebruiken.

Terugbelnummer

- Typ het telefoonnummer dat de terugbelserver moet bellen.

Dit is doorgaans het telefoonnummer voor dataoproepen van uw telefoon.

Gbrk PPP-compressie

- Als u

Ja

kiest, wordt de gegevensoverdracht versneld

(als dit wordt ondersteund door de remote PPP-server). Als u problemen
ondervindt bij het maken van verbinding, kiest u hier

Nee

. Neem contact op

met de serviceprovider voor advies.

Login-script gebruik.

- De beschikbare opties zijn

Ja

/

Nee

.

Login-script

- Voeg hier het login-script in.

Initialisatie modem

(tekenreeks voor modeminitialisatie) - Eventuele AT-

opdrachten voor modembesturing. Geef zo nodig de tekens op die de operator
van het GSM-netwerk of de Internet-provider aangeven.